Zwavelzwam
Het is al weken geleden dan mijn avontuurlijke Atlantic
Odyssey de laatste halte op de Kaapverdische Eilanden bereikte. Veel valt er
over dat laatste stukje ook niet te vertellen. Het is altijd een heel gedoe
voordat we van het schip af mogen en losgelaten worden op het eiland Santiago.
De immigratie hier werkt onvoorstelbaar langzaam en waag het niet daar wat van
te zeggen. Er blijft dan nog net genoeg tijd over voor een rondrit over het eiland,
voordat we ’s avonds in het vliegtuig stappen dat ons naar Lissabon brengt,
waarvandaan we doorreizen naar onze respectievelijke eindbestemmingen. Ik was
met een groepje vogelaars mee om te proberen wat van de karakteristieke
Kaapverdische vogelsoorten te zien. Zonder veel moeite vonden we de endemische
Kaapverdische rietzanger bij de botanische tuin in het hart van het eiland, en
bij het stuwmeer waar altijd interessante watervogels te zien zijn in dit overigens
gortdroge land, vonden we de o zo zeldzame Kaapverdische purperreiger, die
volgens sommigen een aparte soort is (en dan meteen een van de zeldzaamste
reigers op aarde), maar volgens anderen niet meer dan een wat bleek uitgevallen
ondersoort van de ‘gewone’ purperreiger. Verder liepen er fraaie zilverreigers
rond en een groepje lepelaars, waarschijnlijk afkomstig uit Nederland. In
andere jaren hebben we hier wel lepelaars gezien met Hollandse kleurringen aan
hun poten.
In Nederland wachtten mij andere spannende zaken. Ik ging
op pad met grutto-onderzoekers, waar heel veel over te vertellen valt, maar dat
doe ik een andere keer. De grootste verrassing was een paddenstoel. Van de
winter had ik het al eens gehad over eetbare paddenstoelen, oesterzwammen en
valse oesterzwammen, en nu liepen (of eigenlijk reden, want het gebeurde tijdens
een autoritje) we stomtoevallig tegen een dikke zwavelzwam aan, die een meter
boven de grond aan een beschadigde eikenstam groeide langs een Drents
klinkerweggetje. Dik, mals, sappig zwamvlees, waar het sap nog uit droop na het
afsnijden. Een kilo of twee, genoeg om met vier personen drie maaltijden mee te
maken. En dan was dit nog maar een kleintje, ze kunnen tot 25 kilo zwaar
worden. De zwavelzwam is een zeer schadelijke parasiet, die met zijn mycelium
het inwendige van de boom waarop hij groeit totaal verrot en uitholt, totdat die
op een kwade dag spontaan ineenstort. Het vruchtlichaam verschijnt in het
voorjaar en is onmiskenbaar. Er is geen andere zwam die zulke fraaie felgele
dikke tongen vormt, die dakpansgewijze boven elkaar zijn gerangschikt. Het
vlees wordt wel vergeleken met kip of kalkoen en je kunt er heel goed schnitzels
van snijden. In Engeland noemen ze hem wel ‘chicken of the woods’, maar ik zie
de overeenkomst niet, noch wat smaak, noch wat structuur betreft. Lekker om in
reepjes te bakken met wat ui en spaanse pepertjes, en bovendien een fraai
gerecht. De reepjes worden bij bakken nog wat donkerder geel, tot bijna oranje.
Zo, en dan morgen weer aan boord, terug op de Plancius.
Ik had wel aan boord kunnen blijven na de Atlantic Odyssey, van Kaapverdië naar
Hansweert in Zeeland, en dan morgen het zeegat weer uit, de Schelde af naar de
Noordzee en dan noordwaarts op wat wel de ‘North Atlantic Odyssey’ genoemd
wordt, als tegenhanger van die lange zuidelijke odyssey waar ik net vanaf ben
gekomen. De tocht gaat eerst naar het oude walvisvaarderseiland Jan Mayen, ten
noorden van IJsland en te oosten van Groenland, en dan langs de rand van het
pakijs naar Spitsbergen. Wat gaan we zien? We zullen wel zien!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten