Schotse zeevogels
Ik ben niet erg goed in het bijhouden van mijn blog. Ik
heb niet eens mijn Atlantic Odyssey afgemaakt, waar we nog een bezoek brachten
aan de Kaapverdische Eilanden, alvorens naar huis te vliegen. Deze keer ging ik
niet met de vogelaars mee, die zoals gewoonlijk achter de endemische soorten
aangingen. Ik ging mee met de excursie naar Cidade Velha, een dorpje aan de
zuidkust van het eiland Santiago, een uurtje rijden bij de hoofdstad Praia
vandaan. Cidade Velha betekent ‘Oude stad’, want hier heeft vroeger de
hoofdstad gelegen, maar nadat die in de zeventiende eeuw door de Fransen kort
en klein is geslagen, is die verhuisd naar het huidige Praia, dat veel beter te
verdedigen was tegen aanvallen vanuit zee.
En nu zit ik alweer op zee, op de North Atlantic Odyssey,
van Hansweert aan de Schelde naar Spitsbergen via Schotse eilanden en Jan
Mayen. Om in de sfeer te blijven ben ik tussendoor nog even naar zeevogels in
Bretagne wezen kijken. Carla wilde wel eens kennismaken met ‘mijn
zeevogeleilanden’ en had uitgevonden dat een vakantie in Bretagne die
mogelijkheid zou bieden. Zo hebben we met mooi weer een heerlijke week
doorgebracht aan de roze granietkust, waar we met een boottocht de
zeevogeleilanden van het reservaat Sept Îles bezochten. De boot bracht ons tot
vlak bij het eilandje Rouzic, dat aan de zeezijde helemaal wit is van de jan
van genten en hun uitwerpselen. Ruim 23.000 paar, met daarnaast kleine
aantallen alken, zeekoeten, noordse stormvogels, kuifaalscholvers en koddige
papegaaiduikers.
Van de Franse jan van genten naar de Schotse. Na vertrek
uit Hansweert voeren we met de Ortelius de Schelde af, voor de Vlissingse
Boulevard langs, en dan schuin de Noordzee over naar Aberdeen. Vanuit Aberdeen
maakten we mooie dagtochten naar wat natuurgebieden aan de kust, die hier wel
een stuk rustiger is dan in Bretagne. Mooie, spectaculaire kliffen met alken,
zeekoeten, kuifaalscholvers, noordse stormvogels, papegaaiduikers en vooral
veel drieteenmeeuwen, die wonderlijk genoeg in Bretagne ontbraken. Zou dat net
te zuidelijk voor hen zijn? Papegaaiduikers bereiken daar in ieder geval hun
zuidgrens, maar kuifaalscholvers komen nog veel zuidelijker voor, tot aan de
Spaanse kust en zelfs in de Middellandse Zee. Aan de Schotse kust is de
drieteenmeeuw de talrijkste klifbewoner, en vooral waar de kliffen een
inbochting maken weergalmt tussen de verticale wanden hun karakteristieke
schelle roep, waarbij ze hun Engelse naam roepen: ‘Kittiwake, kittiwake,
kittiwake!’
Een nabijgelegen natuurgebied is Sands of Forvie, een
duinreservaat met een riviertje en een klein estuarium, vol met met meeuwen,
sterns en eidereenden. Aan de monding van het riviertje lag een grote grijze
koek die helemaal uit massief tegen elkaar gestapelde grijze zeehonden bleek te
bestaan, wel anderhalf duizend. Ze produceerden wonderlijke, zangerige
geluiden. De vogelaars gingen helemaal uit hun bij het zien van een mooi
gekleurde koningseider, een afgedwaalde bewoner van Spitsbergen. Er werd ook
nog een grote burgemeester gespot, een meeuwensoort uit de arctis. Zo mochten
we alvast heel even aan het noordpoolgebied ruiken.
’s Nachts voeren we naar Fair Isle, halverwege de Orkneys
en de Shetlands, waar we de volgende dag tot in de middag hebben rondgezworven,
De vorige keer (2 jaar geleden) heb ik de zuidelijke helft van het eiland
verkend, met het dorp, de vuurtoren en het museum, dus nu heb ik de wat ruigere
noordelijke helft doorkruist, met adembenemende kliffen in allerlei grillige
vormen, en hier en daar kleine rotseilandjes, met tot mijn verrassing een paar
kleine kolonies van jan van genten. Ook hier alken, zeekoeten, noordse
stormvogels en kuifaalscholvers. En natuurlijk de bonte papegaaiduikertjes, die
hier opvallend tam zijn en zich op enkele meters afstand laten fotograferen. In
het binnenland wordt je hier lastiggevallen door kleine jagers en grote jagers,
bruine meeuwachtige vogels met forse haaksnavels, die leven van prooien die ze
van andere zeevogels afpakken.
’s Avonds laat bezochten we de Broch van Mousa, aan de
oostkant van Shetland, een paar uur varen vanaf Fair Isle. De Broch is een
prehistorisch bouwwerk, geheel gestapeld uit platte stenen. Tussen die stenen
broeden honderden stormvogeltjes die hier alleen ’s nachts actief zijn en dan
als vleermuisjes rond de toren fladderen en zachte kirrende geluiden maken. Een
ijzersterk begin van deze North Atlantic Odyssey. Volgende halte: Jan Mayen.