donderdag 12 juni 2014


Een dagje Jan Mayen

Na een intermezzo van een paar weken volgt op de Atlantic Odyssey de North Atlantic Odyssey. Een langere naam, een kortere reis. Duurt de Atlantic Odyssey vijf weken, de North Atlantic Odyssey beslaat slechts twaalf dagen. Het is de aanloop voor het Arctische seizoen. We vetrekken op 6 juni uit Hansweert aan de Westerschelde, nadat het schip daar gedurende de afgelopen weken grondig onder handen is genomen. Jaarlijks groot onderhoud. We varen bij prachtig zomerweer de Westerschelde af, vlak voor de Vlissingse Boulevard langs en dan de Noordzee op, naar het noorden. De zee is vlak en al gauw zien we jan van genten en noordse stormvogels, broedvogels van de Britse rotskusten. We hebben een grote groep Vlamingen aan boord, van de Vlaamse natuurorganisatie Natuurpunt. Veel enthousiaste vogelaars die met grote telescopen op statief op het observatiedek staan. Als de zee wat ruwer was zouden die al snel allemaal omdonderen, maar het gaat goed. Behalve vogels spotten ze ook geregeld bruinvissen en zo nu en dan een witsnuitdolfijn.

Na vijf dagen varen doemt het eiland Jan Mayen op aan de horizon. Dat wil zeggen, alleen de onderste helft. De bovenste helft blijft verscholen in laaghangende bewolking. Dat is hier meestal zo. Geen uitzicht op de Beerenberg, de meer dan 2000 m hoge vulkaan die in 1985 nog uitbundig vuur gespuwd heeft. De met gletsjers en sneeuw bedekte berg laat zich zelden aan voorbijgangers zien. In de vroege ochtend varen we van vanaf het zeegebied ten noordoosten van het eiland, waar we vannacht nog geprobeerd hebben wat walvissen te scoren, langs de zuidwestkust naar de landingsplaats bij de Noorse militaire basis, waar we even op bezoek gaan om wat souvenirs te kopen of een ansicht naar huis te versturen. Op de steile puinhellingen boven de basis, aan de onderrand van het wolkendek, kirren grote groepen kleine alken, en op verticale kliffen kleven overal noordse stormvogels.

De voorafgaande dagen zijn onwaarschijnlijk goed verlopen. De zee is al vijf dagen als een spiegel, in een gebied waar het verschrikkelijk tekeer kan gaan. Ideale omstandigheden om walvissen te spotten. Tussen wilde golven zijn ze heel moeilijk te vinden, maar op en vlakke zee zie je ze al op grote afstand, als ze boven komen om adem te halen. Ik heb nog nooit eerder zo vaak vlak achter elkaar zoveel orka’s gezien en ze zo mooi voor de lens gehad. En ik heb nog nooit eerder zoveel butskoppen goed van dichtbij gezien. En dan gisteravond foeragerende vinvissen, die met hun grote bekken boven water kwamen in een zee die om ons heen krioelde van de kleine vissen. Over de identiteit van deze vinvissen vechten de kenners nog een beetje, maar zeker is dat er ten minste twee noordse vinvissen bij waren, een soort die op deze hoge breedte behoorlijk zeldzaam is. Kortom, op walvissengebied is deze reis uitzonderlijk productief. Vorig jaar zagen we op dezelfde reis tot Jan Mayen helemaal geen enkele walvis.

Jan Mayen ligt zo’n beetje middenin dat deel van de noordelijke Atlantische Oceaan dat tussen Noorwegen, Groenland, IJsland en Spitsbergen in ligt en wordt zelden bezocht. In 1614 hebben de Nederlanders hier een bloeiende walvisvangstindustrie opgezet. Dat is dit jaar precies 400 jaar geleden, en om dat te vieren komt de Hollandse marine hier binnenkort een bezoekje brengen aan de Noorse basis, zo vertelt de commandant ons. De bloei van die walvisindustrie heeft overigens maar kort geduurd, want binnen enkele decennia waren de walvissen hier volledig uitgeroeid en stortte de business in. Hetzelfde geldt voor de vangst van walrussen, die hier massaal werden afgeslacht en van hun fraaie ivoren tanden werden beroofd. Walrussen zijn hier nog niet weer teruggekeerd.

Na het bezoek aan de basis lopen we langs de enige weg die het eiland rijk is, via het vliegveld (een onverharde airstrip) en een lage pas naar de andere kant van het eiland, waar we weer worden opgepikt door de Plancius, die inmiddels is omgevaren. We maken voordat we aan boord gaan nog even een korte zodiac-cruise langs wat adembenemende zeevogelkliffen met drieteenmeeuwen, dikbekzeekoeten en noordse stormvogels, en de vogelaars zien vanaf het dek van de Plancius kans met hun telescopen tussen de eidereenden op het strand een jong mannetje koningseider te identificeren. Als iedereen weer aan boord is lichten we het anker en zetten koers naar het noorden, richting pakijs waar ons wie weet wat allemaal te wachten staat.

Voordat we naar het noorden afbuigen cruisen we ten afscheid nog even langs de noordwestkust en dat blijkt een goed idee te zijn. Een wonder geschiedt! De wolkenlaag breekt open, de zon breekt door en de mist rond de berghellingen lost plotseling op. In de volle zon verrijst naast ons de Beerenberg in vol ornaat, van zeeniveau tot de dubbele top, met fel glinsterende sneeuwhellingen en spectaculaire gletsjers die afdalen tot in zee. Wat een bonus!

Mijn mooiste vondst vandaag? Een onbeduidend plantje. De arctis staat vol onbeduidende plantjes, die hier onder de barre poolomstandigheden niet graag groter worden dan een paar centimeter. Een mooi voorbeeld is de poolwilg, twee centimeter hoog, met twee frisgroene blaadjes waartussen een echt bloeiend miniatuurwilgenkatje te bespeuren is. De wilgjes vormen dichte matten die soms enkele vierkante meters kunnen beslaan. Iemand die katjes aan het fotograferen was en daarbij achteloos met een gelaarsde voet vol op het naastgelegen wilgenwoud ging staan, kreeg te horen dat dit wel de ultieme vorm was van een ‘canopy walk’. Mijn plantje van vandaag: de oesterplant (Mertensia maritima), een strandplantje dat ik graag wilde zien en waarnaar ik vorig jaar tevergeefs heb gezocht op Spitsbergen. En hier staan ze langs de strandwal zomaar in het zwarte vulkaanzand. De oesterplant heeft blauwgroene blaadjes, zo ongeveer met de kleur van de blauwe zeedistel. De bloemetjes, drie tot vier millimeter in doorsnee, zijn mooi donkerblauw. Waar komt de naam oesterplant vandaan? Wel, pluk een blaadje af, stop het in je mond en kauw er op. Ogen dicht en je proeft verse oesters. Alleen de champagne ontbreekt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten