Klein
Bollenbult
Er was nog een mooi project waarmee ik mij heb
beziggehouden: eilanden. Bij de presentatie van Mijn vogels in 2007 merkte ik min of meer gekscherend op dat ik nu
een verzameling vogels had beschreven waarvan er vele op leuke eilanden wonen,
dus dat ik ook nog wel een keer een verzameling eilanden kon beschrijven, waar
dan vaak leuke vogels op wonen. ‘Doen!’ zei uitgever Atlas. Natuurlijk bieden
eilanden veel meer dan alleen leuke vogels. Er wonen bijvoorbeeld ook vaak
interessante mensen, of helemaal geen mensen, en er zijn vaak prachtige stukjes
geschiedenis verbonden aan eilanden. Het project heeft lang geduurd. Door
allerlei omstandigheden verviel ik in het gevreesde schrijvers-bloc, waardoor
ik jarenlang doelloos uit het raam heb zitten staren, maar nu is het eindelijk
zover: het boek Eilanden verschijnt
deze zomer. Ik heb geprobeerd alle eilanden te bedenken waar ik ooit voet aan
wal heb gezet en dat zijn er een stuk of negentig. Ik heb nu al ontdekt dat ik
er echt een vergeten ben: Isle of Man, waar de inboorlingen zich voortbewegen
op drie benen. En ik heb het vasteland van Groot-Brittannië en Ierland niet als
eilanden behandeld, hoewel daar verschrikkelijke eilanders wonen, terwijl ik
het veel grotere Borneo wel in de collectie heb opgenomen. Het is bij deze
eilandeninventarisatie dat ik mij heb gerealiseerd, zoals ik al eerder heb
opgemerkt, dat het extreem afgelegen Tristan da Cunha buiten Nederland mijn
meest bezochte eiland blijkt te zijn. Ik heb niet alleen exotische verre eilanden
beschreven, maar ook mijn best gedaan dichter bij huis heel ‘gewone’ eilanden
de revue te laten passeren. Speciaal voor dat doel ben ik nog een paar dagen
door Nederland rondgetrokken met mijn tentje, om bijzondere eilanden als
Marken, Urk, Schokland en Tiengemeten te bezoeken, daar ervaringen op te doen
en er de sfeer of de vis te proeven. Het kneuterigste, onbenulligste eiland dat
ik heb kunnen bedenken is Klein Bollenbult, eiland in de Drentse A. De naam van
dit magische eiland ken ik al een jaar of veertig. Mijn echtgenote Dineke, met
wie ik, tot haar overlijden in 2003, vierendertig jaar getrouwd ben geweest,
deed vooral toen de kinderen klein waren veel free lance klussen thuis. Een van die klussen was het samenstellen
van het Handboek Natuurmonumenten
voor de Vereniging Natuurmonumenten. Dat verscheen vroeger eens in de vijf jaar
en gaf korte beschrijvingen van alle in Nederland voor publiek toegankelijke
natuurterreinen, niet alleen die van Natuurmonumenten zelf, maar ook die van de
Provinciale Landschappen, Staatsbosbeheer, Defensie, Domeinen, gemeentes en wie
er verder nog maar terreinen konden bezitten en openstellen. Daar hoorden ook
de particuliere landgoedeigenaren bij, vaak met deftige namen die niet op één
regeltje te schrijven waren. Ik meen dat zij de edities van 1975, 1980 en 1985
heeft gemaakt. Daar kwam nog geen computer aan te pas. Het was allemaal
handwerk, schaar en lijmpot. Eindeloze rijen ordners met uitgeknipte en
opgeplakte beschrijvingen uit vorige edities, waarin de door de eigenaren
aangegeven aanvullingen en verbeteringen konden worden aangebracht. In de jaren
negentig kwam er de klad in. De commercialisering sloeg toe en elke organisatie
wilde zich beter profileren dan alleen maar in zo’n boekje van de concurrent.
De eerste die afhaakte was Staatsbosbeheer, dat zich er al in eerdere versies
van het Handboek aan ergerde dat de
beschrijvingen van de eigen reservaten van Natuurmonumenten uitvoeriger waren
dan die van andermans natuurgebieden. Maar ook de Provinciale Landschappen gingen
er al gauw toe over eigen boekjes en pamfletten te produceren. Eigenlijk was
dat jammer, want het was best handig om alle natuurterreinen bij elkaar in één
boekje te hebben. Ik weet dat veel mensen het op reis door Nederland altijd bij
zich hadden en dat het soms standaard aanwezig was in het handschoenenkastje
van de auto. Of in het zijvak van de deur, samen met de kaart van Nederland.
Bij het knip- en plakwerk kwam steevast Klein Bollenbult
tevoorschijn, met 0,25 hectare het kleinste reservaat van Natuurmonumenten
zelf. Op kantoor wist niemand iets over het eiland en afgezien van de zeer
summiere beschrijving in eerdere boekjes was er niets in het eigen archief te
vinden. Er werden zelfs grapjes over gemaakt dat het eiland helemaal niet
bestond, maar ooit als goed gelukte grap van een bureaumedewerker in het boekje
was beland. Klein bollenbult werd op die manier een hoogst intrigerend eiland.
Het bestaat echt. In een strenge winter is Dineke er met onze schoonzus over de
bevroren Drentse A naartoe gewandeld, vanaf de brug waarmee de provinciale weg
bij Glimmen het riviertje over gaat, terwijl mijn broer en ik met de kinderen
aan het schaatsen waren op het Paterswoldse Meer. Zij vonden het eiland op de
aangegeven plek, maar het was geen eiland meer. Door verlanding was het aan de
zuidzijde vastgegroeid aan het aangrenzende moerasgebied. De Drentse A vormt
hier de grens tussen de provincies Groningen en Drenthe en die grens loopt aan
de Drentse zijde van het eilandje langs, nu dus door het moeras en niet meer
door het water. Hoewel het vastzit aan de Drentse oever, ligt Klein Bollenbult
in Groningen. Wie het opzoekt en er op inzoomt in Google Maps zal zien dat ze dat daar niet hebben geweten en dat ze
de grens gewoon door de as van de A ten noorden van eilandje (nu
schiereilandje) langs laten lopen. Voor de voltooiing van mijn eilandenproject
moest ik Klein Bollenbult natuurlijk bezoeken. Ik vertelde van mijn plannen
toen ik bij mijn vrienden Sytske en Gjalt in Drenthe logeerde. Zij waren zo
enthousiast dat we meteen in de auto sprongen om erheen te gaan, gewapend met
een geprint satellietbeeld uit Google
Maps. Ik was niet op deze expeditie voorbereid en had niet eens laarzen bij
mij. Dat was dom, want we moesten een flink stuk moeras doorkruisen om bij het eiland
te komen. Maar het is gelukt met bijna droge voeten, hoewel er een paar
hachelijke passages in zaten, waarbij van de ene drijvende zeggenpol op de
andere moesten springen. In manshoog riet vonden we onze koers met de GPS in de
hand. Het voelde als een geweldige overwinning om het eiland bereikt te hebben.
Alsof je de Mount Everest hebt bedwongen.