woensdag 18 juni 2014


Witte beesten in sneeuw en ijs

Een dag varen boven Jan Mayen bereiken we het pakijs al. Waar de warme Golfstroom Noorwegen tot de Noordkaap, ver boven de poolcirkel ijsvrij houdt, zorgt een zuidwaarts gerichte koude zeestroming vanuit de poolzee langs de oostkust van Groenland voor een band pakijs die tot aan de zuidpunt van Groenland kan reiken, op dezelfde breedtegraad als Oslo. Het pakijs bestaat uit een wirwar van besneeuwde ijsschotsen, soms dicht opeen, soms meer verspreid met open water ertussen, zodat we er met het schip tussendoor kunnen laveren. Verschillende malen zien we een ijsschots waar dwars overheen een spoor  loopt van dikke voetafdrukken. Niet zo heel lang geleden moet hier een ijsbeer zijn gepasseerd!Tientallen verrekijkers en telescopen speuren continu de horizon af, op zoek naar die ietwat gelige stip, en kort voor middernacht is het raak: op een los drijvende schots zit een ijsbeer op zijn gat. Langzaam manouvreert de kapitein het schip erop af, bijna geluidloos glijdend tusen de schotsen. De beer steekt zijn neus in de lucht om onze geur te inspecteren. Om een beer te naderen moet je hem niet tegen de wind in besluipen, maar juist openlijk met wind mee, om hem uitvoerig van jouw aanwezigheid kennis te laten nemen. Een paar meter bij de beer vandaan is de sneeuw felrood gekleurd. Zeehondenbloed. Het kadaver ligt net onzichtbaar achter een sneeuwrichel. De beer loopt er naartoe en krabt er met zijn voorpoten sneeuw overheen. Hij wil niet dat wij zijn prooi afpakken. Even later bedenkt hij zich en trekt het dier weer onder de sneeuw vandaan om er wat van op te eten. De beer is een mannetje van een jaar of zes oud en hij heeft deze zeehond waarschijnlijk niet zelf gedood. Hij is te schoon. Waarschijnlijk heeft een andere beer het beest gevangen en gevild, en daarna alleen het lekkere onderhuidse vet en de hersenen opgegeten. Onze beer is niet het enige witte dier dat de zeehond heeft gevonden. Er zijn ook witte meeuwen: grote burgemeesters, die erg op onze zilvermeeuwen lijken, maar de zwarte vleugelpunten missen, en de nog veel wittere ivoormeeuwtjes. De ivoormeuw is een zeldzame meeuwensoort uit het noordpoolgebied, hoog op het verlanglijstje van de vogelaars. Ze zijn als aaseters vaak te vinden rond ijsberen en hun prooien. Na een uurtje laat de kapitein het schip heel stilletjes achteruitlopen en laten we de afstand tot de beer groeien. Het is prachtig weer, de middernachtzon staat fors boven de horizon, in de luwte is het bijna warm en het licht is betoverend.

We volgen al zeehonden spottend de rand van het pakijs verder naar het noorden, komen toch ook weer in open zee terecht, en bereiken na twee dagen opnieuw het ijs, nu vlak ten noordwesten van Spitsbergen. Het is wat nevelig en we kunnen net de contouren onderscheiden van Amsterdamøya, waar de Hollanders in de eerste helft van de zeventiende eeuw een bloeiende walvistraanindustrie hadden. Binnen enkele decennia stortte de onderneming in omdat toen de Groenlandse walvissen, waarop de industrie gebaseerd was, rond Spitsbergen waren uitgeroeid. In het ijs ontmoeten we onze vierde witte diersoort, na ijsbeer, grote burgemeester en ivoormeeuw. We spotten een beloega, de witte walvis, een soort die hier soms in grote groepen in de mondingen van de fjorden voorkomt, maar deze heeft zich in zijn eentje in de openingen tussen het pakijs begeven.

We worden getrakteerd op twee dagen ongelooflijk mooi weer, met felle zon en prachtige berglandschappen met sneeuw en ijs rond de Spitsbergense fjorden. In de Magdalenafjord onmoeten we een kudde walrussen die tussen het ijs zwemmen en zich soms met hun bromsnorkoppen met lange ivoren slagtanden hoog boven het water verheffen om ons beter te kunnen bekijken. In de Kongsfjord, waar de onderzoekersnederzetting Ny Ǟlesund aan ligt, komen we nog veel meer beloega’s tegen. Verder zuidelijk bezoeken we  nog een groep walrussen die vadsig op het strand liggen.

In Longyearbyen gaan de passagiers ’s ochtends van boord. ’s Middags komt de nieuwe groep aan. Ik ga ook van boord, blijf vijf dagen op Spitsbergen en neem dan deel aan een korte reis op het zusterschip Ortelius.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten