Witte beesten in sneeuw en ijs
Een dag varen boven Jan Mayen bereiken we het pakijs al.
Waar de warme Golfstroom Noorwegen tot de Noordkaap, ver boven de poolcirkel
ijsvrij houdt, zorgt een zuidwaarts gerichte koude zeestroming vanuit de
poolzee langs de oostkust van Groenland voor een band pakijs die tot aan de
zuidpunt van Groenland kan reiken, op dezelfde breedtegraad als Oslo. Het pakijs
bestaat uit een wirwar van besneeuwde ijsschotsen, soms dicht opeen, soms meer
verspreid met open water ertussen, zodat we er met het schip tussendoor kunnen
laveren. Verschillende malen zien we een ijsschots waar dwars overheen een
spoor loopt van dikke voetafdrukken.
Niet zo heel lang geleden moet hier een ijsbeer zijn gepasseerd!Tientallen
verrekijkers en telescopen speuren continu de horizon af, op zoek naar die
ietwat gelige stip, en kort voor middernacht is het raak: op een los drijvende
schots zit een ijsbeer op zijn gat. Langzaam manouvreert de kapitein het schip
erop af, bijna geluidloos glijdend tusen de schotsen. De beer steekt zijn neus
in de lucht om onze geur te inspecteren. Om een beer te naderen moet je hem
niet tegen de wind in besluipen, maar juist openlijk met wind mee, om hem
uitvoerig van jouw aanwezigheid kennis te laten nemen. Een paar meter bij de
beer vandaan is de sneeuw felrood gekleurd. Zeehondenbloed. Het kadaver ligt
net onzichtbaar achter een sneeuwrichel. De beer loopt er naartoe en krabt er
met zijn voorpoten sneeuw overheen. Hij wil niet dat wij zijn prooi afpakken. Even
later bedenkt hij zich en trekt het dier weer onder de sneeuw vandaan om er wat
van op te eten. De beer is een mannetje van een jaar of zes oud en hij heeft
deze zeehond waarschijnlijk niet zelf gedood. Hij is te schoon. Waarschijnlijk
heeft een andere beer het beest gevangen en gevild, en daarna alleen het
lekkere onderhuidse vet en de hersenen opgegeten. Onze beer is niet het enige
witte dier dat de zeehond heeft gevonden. Er zijn ook witte meeuwen: grote
burgemeesters, die erg op onze zilvermeeuwen lijken, maar de zwarte
vleugelpunten missen, en de nog veel wittere ivoormeeuwtjes. De ivoormeuw is
een zeldzame meeuwensoort uit het noordpoolgebied, hoog op het verlanglijstje van
de vogelaars. Ze zijn als aaseters vaak te vinden rond ijsberen en hun prooien.
Na een uurtje laat de kapitein het schip heel stilletjes achteruitlopen en
laten we de afstand tot de beer groeien. Het is prachtig weer, de middernachtzon
staat fors boven de horizon, in de luwte is het bijna warm en het licht is
betoverend.
We volgen al zeehonden spottend de rand van het pakijs
verder naar het noorden, komen toch ook weer in open zee terecht, en bereiken
na twee dagen opnieuw het ijs, nu vlak ten noordwesten van Spitsbergen. Het is
wat nevelig en we kunnen net de contouren onderscheiden van Amsterdamøya, waar
de Hollanders in de eerste helft van de zeventiende eeuw een bloeiende walvistraanindustrie
hadden. Binnen enkele decennia stortte de onderneming in omdat toen de
Groenlandse walvissen, waarop de industrie gebaseerd was, rond Spitsbergen
waren uitgeroeid. In het ijs ontmoeten we onze vierde witte diersoort, na
ijsbeer, grote burgemeester en ivoormeeuw. We spotten een beloega, de witte
walvis, een soort die hier soms in grote groepen in de mondingen van de fjorden
voorkomt, maar deze heeft zich in zijn eentje in de openingen tussen het pakijs
begeven.
We worden getrakteerd op twee dagen ongelooflijk mooi
weer, met felle zon en prachtige berglandschappen met sneeuw en ijs rond de
Spitsbergense fjorden. In de Magdalenafjord onmoeten we een kudde walrussen die
tussen het ijs zwemmen en zich soms met hun bromsnorkoppen met lange ivoren
slagtanden hoog boven het water verheffen om ons beter te kunnen bekijken. In
de Kongsfjord, waar de onderzoekersnederzetting Ny Ǟlesund aan ligt, komen we
nog veel meer beloega’s tegen. Verder zuidelijk bezoeken we nog een groep walrussen die vadsig op het
strand liggen.
In Longyearbyen gaan de passagiers ’s ochtends van boord.
’s Middags komt de nieuwe groep aan. Ik ga ook van boord, blijf vijf dagen op
Spitsbergen en neem dan deel aan een korte reis op het zusterschip Ortelius.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten