South Georgia in zicht
Zo, de kop is eraf, we zijn een week op pad met de
Atlantic Odyssey en tot nu toe is alles boven verwachting goed verlopen. De
eerste dag in de Drake Passage zijn we behoorlijk door elkaar geschud in het
staartje van een net gepasseerde zware storm, maar voordat de volgende ons te
grazen kon nemen waren we full speed aan de zuidkant ontsnapt. Terwijl we de
depressies ten noorden van ons met windkracht tien voorbij lieten razen, hadden
wij fantastische dagen in Antarctica, met prachtige landingen en veel
ontmoetingen met walvissen.
Met 53 passagiers is het schip niet vol. De gasten zijn
o.a. afkomstig uit de USA, Canada, Australië, Japan, La Reunion (Indische
Oceaan), UK, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië, België en Nederland.
Het is zoals gebruikelijk een bont gezelschap. Natuurlijk zijn er de vogelaars,
die er later bij Tristan da Cunha alles voor over zullen hebben om de
Inaccessible Island Flightless Rail, de ultieme vogel, aan hun life list te
mogen toevoegen. Dan zijn er de landenverzamelaars van de Century Club, waarvan
de leden ten minste 100 landen moeten hebben bezocht, of liever gezegd
bestemmingen, want als een landsdeel maar ver genoeg weg ligt van het
moederland geldt het als een aparte bestemming. Het spreekt vanzelf dat de
Britse territoria South Georgia en Tristan da Cunha apart gelden. Hun af te
werken lijst telt 320 bestemmingen. Dan zijn er de (vooral Amerikaanse) leden
van de MTP, de Most Travelled People, die de wereld iets verder opsplitsen en
een lijst van ongeveer 800 bestemmingen hanteren. Veel van onze gasten hebben
iets fanatieks over zich en er zijn interessante karakters bij. Aan tafel geen
gebrek aan gesprekstof.
Vandaag was een wat mistige en druilerige dag met weinig
wind en nog wat laatste stuiptrekkingen van deining van de laatste storm.
Ondanks het slechte zicht waren er nog aardig wat vogels te zien: de
gebruikelijke collectie stormvogels van de laatste dagen, meer albatrossen nu
we de broedplaatsen naderen, en opeens ook de ontzettend grappige Georgian
Diving Petrels, de alkstormvogeltjes die vroeger door de Noorse walvisvaarders
gewoon werden aangezien voor de kleine alken die ze uit het hoge noorden
kenden, een prachtig voorbeeld van wat convergente evolutie heet: twee
vogelsoorten die totaal niet met elkaar verwant zijn, maar die door
overeenkomstige aanpassingen als twee druppels water op elkaar zijn gaan
lijken.
Aan het eind van de middag breekt de grauwheid open en
vertoont zich heel South Georgia met zijn spectaculaire sneeuwtoppen en
gletsjers die in zee afdalen. Van alle eilanden die we deze reis hopen aan te
doen is South Georgia met stip het allermooiste: een 200 km lange rij Alpen die
tot 2400 m boven zee uitsteken, met een grillige, diep ingesneden kustlijn en
een onvoorstelbare hoeveelheid wildlife, waar we veel van te zien hopen te
krijgen. Morgenochtend in alle vroegte moeten we eerst inklaren in Grytviken,
het voormalige Noorse walvisvaardersstation, waar een handjevol ambtenaren,
technici en onderzoekers woont en waar poolvorser Sir Ernest Shackleton
begraven ligt. Wat we hier de komende dagen kunnen doen blijft een verrassing. Het
hangt allemaal van het weer af.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten