zaterdag 6 april 2013


South Georgia in zicht


Zo, de kop is eraf, we zijn een week op pad met de Atlantic Odyssey en tot nu toe is alles boven verwachting goed verlopen. De eerste dag in de Drake Passage zijn we behoorlijk door elkaar geschud in het staartje van een net gepasseerde zware storm, maar voordat de volgende ons te grazen kon nemen waren we full speed aan de zuidkant ontsnapt. Terwijl we de depressies ten noorden van ons met windkracht tien voorbij lieten razen, hadden wij fantastische dagen in Antarctica, met prachtige landingen en veel ontmoetingen met walvissen.


Met 53 passagiers is het schip niet vol. De gasten zijn o.a. afkomstig uit de USA, Canada, Australië, Japan, La Reunion (Indische Oceaan), UK, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Italië, België en Nederland. Het is zoals gebruikelijk een bont gezelschap. Natuurlijk zijn er de vogelaars, die er later bij Tristan da Cunha alles voor over zullen hebben om de Inaccessible Island Flightless Rail, de ultieme vogel, aan hun life list te mogen toevoegen. Dan zijn er de landenverzamelaars van de Century Club, waarvan de leden ten minste 100 landen moeten hebben bezocht, of liever gezegd bestemmingen, want als een landsdeel maar ver genoeg weg ligt van het moederland geldt het als een aparte bestemming. Het spreekt vanzelf dat de Britse territoria South Georgia en Tristan da Cunha apart gelden. Hun af te werken lijst telt 320 bestemmingen. Dan zijn er de (vooral Amerikaanse) leden van de MTP, de Most Travelled People, die de wereld iets verder opsplitsen en een lijst van ongeveer 800 bestemmingen hanteren. Veel van onze gasten hebben iets fanatieks over zich en er zijn interessante karakters bij. Aan tafel geen gebrek aan gesprekstof.


Vandaag was een wat mistige en druilerige dag met weinig wind en nog wat laatste stuiptrekkingen van deining van de laatste storm. Ondanks het slechte zicht waren er nog aardig wat vogels te zien: de gebruikelijke collectie stormvogels van de laatste dagen, meer albatrossen nu we de broedplaatsen naderen, en opeens ook de ontzettend grappige Georgian Diving Petrels, de alkstormvogeltjes die vroeger door de Noorse walvisvaarders gewoon werden aangezien voor de kleine alken die ze uit het hoge noorden kenden, een prachtig voorbeeld van wat convergente evolutie heet: twee vogelsoorten die totaal niet met elkaar verwant zijn, maar die door overeenkomstige aanpassingen als twee druppels water op elkaar zijn gaan lijken.

 
Aan het eind van de middag breekt de grauwheid open en vertoont zich heel South Georgia met zijn spectaculaire sneeuwtoppen en gletsjers die in zee afdalen. Van alle eilanden die we deze reis hopen aan te doen is South Georgia met stip het allermooiste: een 200 km lange rij Alpen die tot 2400 m boven zee uitsteken, met een grillige, diep ingesneden kustlijn en een onvoorstelbare hoeveelheid wildlife, waar we veel van te zien hopen te krijgen. Morgenochtend in alle vroegte moeten we eerst inklaren in Grytviken, het voormalige Noorse walvisvaardersstation, waar een handjevol ambtenaren, technici en onderzoekers woont en waar poolvorser Sir Ernest Shackleton begraven ligt. Wat we hier de komende dagen kunnen doen blijft een verrassing. Het hangt allemaal van het weer af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten