dinsdag 21 april 2015


Heerlijke dagen op Sint-Helena
Die hele kwestie van de epidemie op Tristan da Cunha is uiteindelijk irrelevant gebleken. Wind en zee zorgden ervoor dat we gedurende ons driedaagse bezoek helemaal nergens aan land konden. Bij prachtig zonnig weer, onder mooie wolkenluchten en fraaie vergezichten naar de andere eilanden, hebben we rond alle drie de eilanden, Tristan, Nightingale en Inaccessible, rondjes gevaren, om te pogen in de luwte een landingsplaats te vinden. Als het weer het had toegelaten, hadden we zelfs voordeel van de epidemie gehad kunnen hebben, omdat ze ons nu bij hoge uitzondering toestemming hadden gegeven zonder lokale gidsen op Inaccesible Island te landen, of bij Sandy Point aan de onbewoonde oostzijde van Tristan. Maar zelfs daar lukte het niet. Door de ronde vorm van Tristan lopen de deininggolven er gewoon omheen en ontmoeten elkaar aan de lijzijde, waardoor operaties aan der gangway nergens mogelijk zijn. Er zat dus niets anders op dan de steven naar het noorden te wenden en koers te zetten naar onze volgende bestemming: Sint-Helena.
Het is op deze reis altijd opvallend hoe snel te wereld ten noorden van Tristan verandert. Eén dag varen voorbij Tristan, en je bent weg uit de roaring forties, in een bijna subtropische zee, waar de eerste vliegende vissen voor de boeg wegspringen en waar albatrossen en stormvogels het laten afweten. Er is alleen altijd een groepje Gebrilde Stormvogels (een soort die op de hele wereld alleen maar broedt op Inaccessible Island) dat tot wel drie dagen toe achter het schip in het kielzog blijft meevliegen, in de hoop dat er in het schroefwater wat lekkers naar de oppervlakte komt dwarrelen. Maar voor de rest is het wat zeevogels betreft armoe troef. We doorkruisen hier een enorm gebied dat bekend staat als oceanische woestijn, met glashelder water waarin bijna geen voedsel is te vinden.
En dan Sint-Helena, dat eiland dat van 500 jaar bewoning is gereduceerd tot een ecologische ruïne, maar waar het ondanks dat toch heerlijk toeven is. Hier staat een eilandtoer op het programma, langs Longwood House waar Napoleon zijn gevangenschap heeft uitgezeten, en langs Plantation House waar de gouverneur woont en waar op het gazon Jonathan rondloopt, de oudste bewoner van het eiland. Jonathan de reuzenschildpad die hier kort na Napoleon vanaf de Seychellen naartoe is gebracht en waarschijnlijk tegen de 200 jaar aan loopt. Verder doen we een tochtje met een lokale boot, achter dolfijnen en zeevogels aan. Voor de rest moet iedereen het zelf maar uitzoeken, een taxi oppikken om naar de een af andere uithoek te gaan, of gewoon in Jamestown blijven rondhangen, van terras naar terras, het museum bezoeken, of de beroemde Jakobsladder beklimmen met zijn  699 treden die net iets te hoog zijn om comfortabel te zijn. Vooral bij het afdalen voel je dat in de knieën!
’s Ochtends lagen wij voor anker naast de Costa Deliziosa, zusterchip van de beruchte gezonken Costa Concordia, na een wereldomspannende cruise van vier maanden op weg naar huis in Italië, met 3000 passagiers. Het was een drukte van belang bij de pier waar wij met onze zodiacs een gaatje moesten zien te vinden tussen de tenders die af en aan voeren met passagiers. Maar ’s middags waren alle Italianen weer aan boord en vetrok de Costa naar het noorden. Rust was op het eiland teruggekeerd. Met onze 67 passagiers overlopen wij het eiland niet. In Ann’s Place was de voorraad voortreffelijke fish cakes nog lang niet uitgeput, zodat we daar ’s avonds heerlijk hebben gegeten en ons hotelpersoneel een avondje vrijaf konden geven.
Ik heb mij de laatste dag met taxi laten afzetten bij Deadwood Plain, de begraasde vlakte waar de meeste Sint-Helenaplevieren zijn te vinden, met een wereldpopulatie van 400 paar de zeldzaamste en verst van verwanten verwijderde weidevogel. Een paar uur lang heb ik geprobeerd ze nader te bekijken en iets van hun nestelgedrag te zien, maar ik vond ze veel schuwer en moeilijker te benaderen dan bij eerdere gelegenheden. Dit is mijn elfde bezoek aan Sint-Helena – ik was hier de eerste keer in 1998 en toen hebben we de pleviertjes prachtig kunnen fotograferen. Het zou mij niet verbazen als de toegenomen schuwheid te wijten is aan onderzoekers die hier een paar jaar lang nesten hebben gezocht, kuikens hebben geringd en volwassen vogels hebben gevangen, gewogen, gemeten en van kleurringen voorzien. Reken maar dat het een traumatische ervaring is om ondersteboven in en weegzakje te bungelen en dat je daarna naderende mensen uit de weg gaat!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten